Deze studie, ontstaan uit interviews, bronnen- en literatuuronderzoek, geeft een beeld van de geschiedenis van de ambulante geestelijke gezondheidszorg in Nederland op regionaal niveau en daarmee is De belofte van het hiernumaals de eerste in haar soort.
Het geloof in het hiernamaals maakte vanaf het begin van de jaren zeventig plaats voor een verbeten fixatie op het hier en nu. De gevoeligheid voor het psychisch lijden nam toe en werd onaanvaardbaar geacht. Niemand hoefde meer ongelukkig te zijn en iedereen had het recht zich te ontplooien. Deze opvattingen leidden tot een spectaculaire groei van het aantal cliënten dat het Riagg vraagt de droom van de beheersbaarheid van het eigen leven naderbij te brengen.
Riagg-Breda ontstond uit een samengaan van een achttal instellingen. De oudste gaat terug tot 1929. Cees Willemsen schetst een organisch beeld van prille initiatieven van charitatieve aard, die een verbetering beoogden van het psychisch en zedelijk leven in het gewest. Vervolgens laat hij zien hoe zich van hieruit een professionele organisatie voor hulp en zorgverlening ontwikkelde.
Van behandeling via preventie tot hulp en therapie voor iedereen, zo vat de auteur deze ontwikkeling samen. De thema’s die de revue passeren: de verbondenheid van lichamelijke en geestelijke gezondheid, geestelijke gezondheidszorg en zingeving, al dan niet religieus geïnspireerd, disciplinering en ontplooiing, de relatie naar de huisartsen en de eerste lijn, zijn nog altijd actueel.