Tot 1970 was de regio Tilburg een witte vlek op de kaart van de institutionele psychiatrie. Psychiatrische patiënten uit Midden-Brabant werden traditioneel verwezen naar mammoet inrichtingen buiten de regio als Voorburg in Vught en Coudewater in Rosmalen. Om therapeutische – en bezuinigingsreden wilden overheid en direct betrokkenen rond 1970 af van de massale gestichtpsychiatrie. De (potentiële) psychiatrisch patiënt moest liefst in eigen omgeving en bij voorkeur ambulant geholpen worden met op de achterhand kleinschalige multifunctionele gezondheidscentra. Het Tilburgs gemeentebestuur juichte deze beleidsontwikkeling toe, vooral omdat vanaf eind jaren zestig de GG & GD en de neurologen van beide Tilburgse ziekenhuizen steeds vaker geconfronteerd werden met acute psychiatrische patiënten, waar men geen adequate hulp aan kon of wilde geven. Op initiatief van burgemeester Becht en wethouder De Grood werd een werkgroep gevormd met alle betrokken partijen om de opzet van een regionale kliniek voor acute psychiatrie voor te bereiden.
Onder de pleitbezorgers voor de komst van een kliniek bevonden zich naast gemeente en inspectie, de voormannen van het R.K. Gasthuis – het machtige Tilburgse gezondheidszorgbolwerk -, zorgverzekeraars en invloedrijke hoogleraren aan de Katholieke Hogeschool die heimelijk hoopten via het psychiatrisch centrum de door Tilburg verloren discussie over de komst van een medische faculteit nieuw leven in te blazen.
Maar niet alleen de voorstanders werden door het gemeentelijk initiatief gemobiliseerd. Het waren de beginjaren van de antipsychiatrie. Ambulante hulpverleners, de belangenorganisatie van ex-psychiatrische patiënten en betrokken studenten keerden zich tegen de komst van een‘inrichting’, anderen sloten zich bij dit protest aan zoals de buurtbewoners van het toekomstig centrum, maar ook De Godshuizen in Den Bosch die zich verzetten tegen een afkalving van hun werkgebied. In de strijd die tussen beide partijen ontbrandde, werd door deelnemers soms van kamp gewisseld, waarbij de ene keer de voor– dan de tegenstanders aan het langste eind leken te trekken.
Zo duurde het tot eind 1982 voordat Psychiatrisch Centrum Jan Wier haar eerste, provisorische deuren opende. Weer tien jaar later was het aan de voormalige antagonisten Jan Wier en het in 1977 tot stand gekomen Riagg duidelijk geworden, dat ze tot elkaar veroordeeld waren. Zo ontstond in 1993 GGZ Midden-Brabant, de eerste geslaagde fusie tussen de in– en extramurale geestelijke gezondheidszorg in Nederland.
De psychiater en de witte vlek
30 jaar GGZ Midden-Brabant 1970-2000
Met een beeldverhaal door Paul Bogaers
Amsterdam, Uitgeverij SUN ISBN 90 5875 1457