Willemsen, C.
De belofte van het hiernumaals. Zeventig jaar ambulante
geestelijke gezondheidszorg in het gewest Breda 1929-1999
Sun, Nijmegen 2001
429 pagina's, ISBN 905875023 X, € 39,50
De woordspeling in de titel van dit boek wijst op de fixatie
op het hier en nu van de jaren zeventig van de vorige eeuw en
de belofte van de maakbaarheid van geluk. De titel geeft
daarmee de kern aan van de wordingsgeschiedenis van de RIAGG
Breda, opgericht in 1982: ontzuiling. De wortels van de ambulante
geestelijke gezondheidszorg (aggz) blijken for 1929 te herleiden.
Toen werd vanuit het psychiatrisch ziekenhuis Voorburg te
Vught (nu GGZ 's Hertogenbosch) in Breda een consultatiebureau
voor geestes- en zielsziekten opgericht. In contrast met de
'binnenvader' uit de kliniek was het aanvankelijk de 'buitenzuster',
een verpleegkundige, die voorkwam dat patiënten opgenomen werden
in de kliniek en zorgde dat zij begeleiding kregen na ontslag.
Voor- en nazorg konden zo in de hand warden gehouden. Motieven
waren niet alleen de continuïteit van zorg en opnamevoorkoming
en -bekorting (avant la lettre); ook keiharde concurrentie bleek
een onderliggend motief. De vergelijkbare instelling in Etten-Leur,
bij Breda, werd immers de pas afgesneden.
De diagnostische classificatie van die tijd is een eenvoudige
driedeling: erfelijk gestoorden, op latere leeftijd gestoorden,
en psychisch bedreigden. Daarbinnen zien we welbekende
diagnoses zoals imbecilitas, neurasthenie
en epilepsie, maar ook diagnoses die (nagenoeg) van het toneel
zijn verdwenen, zoals de post-tyfeuse defecttoestand en
dementia paralytica.
Het boek vertelt het verhaal van de pioniers die de aggz vorm
hebben gegeven, vanuit hun wisselende religieuze, politieke
en sociale context. Ideologisch gezien was reeds aan het begin
van de twintigste eeuw sprake van ambulantisering van de ggz,
hier te lande al in 1917 gepropageerd door de Amsterdamse hoogleraar
Bouman en collega-psychiater Meijers. Zij waren de oprichters
van het eerste Consultatiebureau voor Zenuw- en Zielsziekten,
in navolging van de Mental Hygiene beweging in de Verenigde
Staten. Tegenstellingen tussen wetenschap en religie, met hun
verschillende normen en waarden, deden al snel de geestelijke
volksgezondheidsbeweging verbrokkelen tot een verscheidenheid
aan religieuze en politiek gekleurde instellingen als de Sociaal
Psychiatrische Dienst, het Medisch Opvoedkundig Bureau en het
Bureau voor Levens- en Gezinsvragen. Uit deze verbrokkeling
ontstonden de RIAGG'S, met hun grote multidisciplinaire teams,
hun vergadercultuur, overhead en bureaucratie. Dit betekende ook
de ontzuiling en het teloorgaan van diepgewortelde, veelal
normatieve uitgangspunten.
De geschiedenis van de RIAGG in Breda is des te boeiender omdat
zij model staat voor het merendeel van de 54 andere RIAGG'S in
Nederland. Er werd gebruikgemaakt van interviews, bronnen- en
literatuuronderzoek. De auteur schreef eerder het eveneens
majestueuze boek 'Van God los, geschiedenis van de psychiatrische
inrichting Sint-Antonius, 1902-1967', over de voorloper
van het psychiatrisch instituut Het Hooghuys te Etten-Leur,
dat sinds 1999, net als de RIAGG Breda is opgegaan in GGZ Breda
en omstreken.
Het boek is helder en in een prettige, toegankelijke stijl
geschreven. De hoofdtekst is soms gedetailleerd, maar volgt
de grote lijnen en betrekt de actualiteit. Op de linkerpagina's
loopt een beeldverhaal van Dolne mee waarin het tijdsbeeld
in foto's wordt weergegeven; de onderschriften doen op
puntige wijze verslag van de sociale en politieke sfeer tijdens
de gebeurtenissen die in de hoofdtekst worden beschreven.
Ik vind het wat jammer dat ik in het boek geen antwoord vind op
de door de inleiding geïnduceerde vraag of de fusiegolf van
ambulante en klinische instellingen aan het einde van het vorige
millennium nu eindelijk de weg vrijmaakt naar een niet meer,
door religieuze en politieke ideologieën, verbrokkelde en meer
op wetenschappelijke evidentie gefundeerde ggz. Natuurlijk zal
de ggz vooral zelf het antwoord daarop moeten geven in de
komende decennia.
Het boek is aan te raden aan allen die geïnteresseerd zijn
in de ontstaansgeschiedenis van de huidige, institutionele
ggz en vooral de ambulante poot daarvan; zij zullen daarnaast
een stuk sociale geschiedenis van Nederland in woord en beeld
vinden.
LITERATUUR
Willensen, C., (1997), Van God los, geschiedenis van de
psychiatrische inrichting Sint-Antonius, 1902-1967. Breda:
Uitgeverij De Geus.
D.P. RAVELLI
sluit dit venster